50 jaar VU Hoofdgebouw: van toen naar nu

De een vindt het prachtig, de ander is er minder van gecharmeerd. Feit is dat het VU Hoofdgebouw al 50 jaar een baken is in de omgeving van Zuid(as) en Buitenveldert. Op 12 april was er een symposium over het markante gebouw. Exact 50 jaar na de officiële opening door toenmalig koningin Juliana. De rest van het jaar zijn er ook verschillende evenementen.

‘De VU bestaat sinds 1880. In 1884 vestigde de VU zich in een grachtenpand aan de Keizersgracht 162. Tot 1966 was dat het Hoofdgebouw’, vertelt universiteitshistoricus Ab Flipse.

De VU groeide, en er werden steeds meer panden aangekocht, voornamelijk in Zuid. Flipse: ‘Na de Tweede Wereldoorlog wilde de VU een campus. Dat was in die tijd heel vooruitstrevend. Tussen 1945 en 1952 ontstond het plan voor een campus. Maar de vraag was: waar gaan we die bouwen? In 1952 kwam dit terrein in beeld. Buitenveldert betond nog niet. In overleg met de gemeente is toen voor deze plek gekozen. Het idee was dat een rustige omgeving goed is voor een campus universiteit.’

Groen en groei

Omdat VU ook een medische faculteit had opgericht, is eerst begonnen met de bouw van het academisch ziekenhuis der Vrije Universiteit. ‘Daarnaast moest er een academisch hart van de organisatie komen. Het idee voor het Hoofdgebouw werd toen geboren. In 1953 zijn de architecten van het ziekenhuis door gaan tekenen voor de campus. Dat eerste ontwerp is niet doorgegaan.’
‘In 1960 is toen opdracht gegeven voor het echte plan voor het hoofdgebouw’, vervolgt Flipse. ‘Er zijn twee ontwerpen gemaakt, waarna uiteindelijk voor architect Chris Nielsen is gekozen. In zijn plan was meer ruimte voor groen en groei met een hoofdgebouw met 16 verdiepingen. Hier zouden het bestuur, de Geesteswetenschappen en de bibliotheek een plek krijgen. Die zijn hier nog steeds gevestigd. Het is een opvallend gebouw met een duidelijke uitstraling, waarbij je denkt: ‘Daar is de VU!’ Het is echt een campus geworden met het Hoofdgebouw als blikvanger.’

Brutalisme

De oplevering van het gebouw ging gepaard met hoog bezoek. Op 12 april 1973 opende koningin Juliana het Hoofdgebouw samen met de burgemeester van Amsterdam Ivo Samkalden. ‘Voor het ontwerp hebben de architecten zich laten inspireren door de Ruhr-Universität in Bochum. Er is veel zichtbaar beton, het is van binnen een speels gebouw met veel blokvormen. In de centrale hal is veel openheid met hoogteverschillen en gangen. De bouwstijl heet brutalisme’, legt de historicus uit.

In 1973 was het Hoofdgebouw een van de grootste gebouwen van Amsterdam. ‘Het was een happening’, vertelt Flipse. ‘Het was een van de twee universiteiten van Amsterdam. De VU manifesteerde zich echt. Nielsen heeft hiermee zijn visitekaartje afgegeven. En rond die tijd was hij ook stadsbouwmeester van Amsterdam.’
Het Hoofdgebouw was af, maar de rest van de campus nog niet. ‘Het idee van de campus als plek in de stad en als community voor en van de universiteit is altijd belangrijk gebleven voor de VU. Tot 2000 waren er aan de Boelelaan veel tijdelijke gebouwen, daarna is de campus ontwikkeling in een versnelling gekomen.'

Duurzaam

Inmiddels is het gebouw 50 jaar in gebruik. De milieunormen van toen zijn anders dan die van nu. Hoe duurzaam is het gebouw eigenlijk? ‘Duurzaamheid was in de jaren ’60 geen thema zoals nu. Energie was goedkoop en ruim voorhanden; comfort was de maatstaf’, vertelt Franc van Nunen, directeur van de Facilitaire Campus Organisatie. ‘Met de huidige inzichten over klimaat en energie zou de installatie niet op deze wijze zijn gemaakt. Ook de isolatiewaarde van het gebouw is uit een ver verleden tijd. Ook al was bijvoorbeeld de geluidsisolatie in de gevel voor de begrippen van toen hoog (onder andere door mogelijk omgevingsgeluid van de Schiphol banen). We zijn aan het nadenken hoe we in de komende 15 tot 20 jaar het gebouw kunnen vernieuwen en verduurzamen.'

Vernieuwingen

'In de afgelopen 25 jaar is er veel veranderd en vernieuwd aan het Hoofdgebouw’, zegt Van Nunen. ‘Zo is er een nieuwe entree gekomen aan de Boelelaan en een entree aan het camplusplein. Het gebouw heeft daarmee echt een uitstraling gekregen die past bij deze tijd.'

Ook is de omgeving veranderd. ´De stad is naar de campus toegegroeid. Waar de universiteit startte buiten de ringdijk in een luwe, rustige omgeving, is daar nu de stedelijke ontwikkeling van  Zuidas bij gekomen. Van enkel sportvelden en groene stroken is het gebied veranderd in een hoogstedelijke omgeving. De universiteit zoekt verwevenheid met de omgeving om zich heen. Daar moet ook het Hoofdgebouw toe uitnodigen. Van een introvert, naar binnen gekeerd gebouw fort naar een open gebouw, met (semi) publieke functies. Toegankelijk voor universiteit en haar omgeving', meent Van Nunen.

Toekomst

De VU heeft genoeg plannen voor de toekomst. Van Nunen: ´We zoeken samen met het ziekenhuis meer verbinding met de stad en Zuidas. De planvorming in Kenniskwartier is daar sinds afgelopen decennium op gericht. En ook de ontwikkelingen naar een innovation district Zuidas is een coproductie met de gemeente, onder andere in het licht van de omgevingsvisie 2050.'

Hij vervolgt: 'Het campusplein wordt komend jaar vernieuwd en vergroend. Het kenniskwartier kent en krijgt naast de hoofdwegen een netwerk van pleinen en tussenstraten, met veel groene accenten. Het klassiek maaiveld parkeren uit de jaren '70 en '80 heeft plaats gemaakt voor verblijfsruimte voor de universiteit en haar omgeving. Ook functies als sport, cultuur, film, eten en drinken vinden hun plek op de campus. De VU breidt haar campus uit aan de noordkant van De Boelelaan, en aan de zuidkant van de campus wordt het oude Wis- en Natuurkunde gebouw gesloopt en daar komen de nieuwe sportvelden van SC Buitenveldert'

Flipse vult aan: ‘Een van de architecten heeft gezegd: ‘Het gebouw zal nooit kant en klaar af zijn.’ Dat is een profetische uitspraak gebleken!’


Ter ere van het 50-jarig jubileum van het Hoofdgebouw is er de expositie bijzondere maquettes. De expositie is vanaf nu tot en met juni te bezoeken in het hoofdgebouw van de VU.
Meer info over de expositie vind je hier.

Tekst: Gordana Todorovic

Foto's: Toon van Velzen en VU